Biofilter

Een biofilter is één van de eenvoudigste en goedkoopste geurbestrijdingsmiddelen die er bestaan. Een biofilter verwijdert geur en stof uit de lucht en gebruikt daarbij micro-organismen. Voor een goed werkende biofilter dienen evenwel behoorlijk aantal voorwaarden te worden vervuld.

Hoe werkt biofiltratie?

Bij biofiltratie wordt meestal gebruik gemaakt van een filtervulling bestaande uit biologisch materiaal in een welbepaalde mengverhouding, of in verschillende lagen. Enkele voorbeelden van filtervulling:

  • boomschors
  • compost
  • turf
  • heidekruid
  • kokosvezel
  • wortelhout
  • geëxpandeerde kleikorrels, etc.

Dit natuurlijke “filterbed” of biomassa zit vervat in een open of gesloten filteromkasting. Deze filtervulling is omgeven door een dunne waterfilm. Een deel van de verontreinigingen uit de gasstroom lost reeds op in de waterfilm. Het overige deel van de verontreinigingen wordt op het filtermateriaal weerhouden en verder afgebroken door de micro-organismen in het filterbed. De micro-organismen voeden zich deels met de overgebleven polluenten, deels met het filtermateriaal zelf. De restproducten van deze afbraakprocessen zijn CO2, H2O, sulfaat, nitraat e.d.

Wat zijn de voordelen van een biofilter?

  • Eenvoudige constructie
  • Lage investeringskost
  • Goed resultaat voor biologisch afbreekbare componenten in relatief lage concentraties (polishing techniek)

Zijn er ook nadelen aan een biofilter?

  • Neemt een relatief grote oppervlakte in
  • Filtervulling moet regelmatig vervangen worden
  • Vochtigheidsgraad en pH dienen van nabij te worden opgevolgd
  • Continue beluchting noodzakelijk

Toepassingen van biofiltratie

  • Waterzuiveringsinstallaties
  • Agro-industrie
    • compostering
    • voedingsindustrie
    • vlees- en visverwerkende industrie

De belangrijke parameters voor een goede werking van de biofilter

  • Constante vochtigheidsgraad: De handhaving van een optimaal vochtgehalte in de biomassa is een essentiële voorwaarde voor het goed functioneren van een biofilter. Bij teveel vocht kan de biomassa gaan samenklonteren, de luchtweerstand neemt toe en het zuurstofgehalte neemt af. De filter wordt op zijn beurt een bron van geurhinder in plaats van de geurhinder te bestrijden.
  • Constante luchttoevoer: De emissie moet relatief continu worden aangeboden. Wanneer er slechts 7 à 8 uur/dag afgas wordt geproduceerd, zal een biofilter geen oplossing kunnen bieden. De bacteriën in de biofilter kunnen niet zonder een constante zuurstoftoevoer. Bovendien dient de aangeboden luchtstroom stof- en vetvrij te zijn.
  • Constante temperatuur: voor een goede werking van de micro-organismen is 15 à 25 °C ideaal. Bij lagere temperaturen vertraagt de werking, hogere temperaturen brengen de ganse biomassa uit balans.
  • Constante belasting: Een vrij lage belasting vormt geen probleem als dusdanig en zal zich enkel vertalen in een hoog verwijderingsrendement. Bij een te hoge en/of piekbelasting zal de biomassa versneld dichtslibben, met als gevolg een verlaagd verwijderingsrendement.
  • Geen toxische en/of verzurende componenten: Zeer giftige stoffen doden de microbiologie. Te hoge concentraties zwavel-, chloor- en stikstofhoudende organische componenten en ammoniak leiden tot verzuring en verminderde efficiëntie van de biofilter. Dit kan deels worden tegengegaan door bepaalde toeslagstoffen toe te voegen aan de biomassa, door de biomassa frequenter te vervangen of door een chemische gaswasser te integreren.
  • Aangepaste biomassa: De biomassa moet aangepast zijn aan de aangeboden afgasstroom. Ze mag niet te fijn of niet te grof zijn, de lucht moet mooi gelijkmatig over de filter verdeeld worden. De vulling moet grof genoeg zijn om een voldoende groot uitwisselingsoppervlak te creëren, maar moet ook voldoende organisch materiaal bevatten voor de microbiologie. Toeslagstoffen zoals kalk en dolomiet kunnen een voortijdige verzuring tegengaan. Voor bepaalde specifieke toepassingen kan het zinvol zijn om gebruik te maken van meer specifieke bacteriën. In alle gevallen moet de biomassa periodiek vervangen worden, dit in functie van de verzurings- en verziltingsgraad en de drukval over de filter. De standtijd van een biofiltervulling varieert sterk en situeert zich tussen de 6 maand en 5 jaar.

Projecten biofiltratie

Biofiltratie (biofilter)